Planten op daken ⎟ Hazenpootje
Hazenpootje is een kleine, meestal sterk vertakte, één of soms tweejarige plant. Als enige Belgische klaversoort komt het pas na de langste dag van het jaar in bloei. Voor de bloei zijn de planten matig behaard en sterk rood aangelopen: ze hebben in dit stadium bladeren met omgekeerd hartvormige deelblaadjes. Tijdens de bloei is de hele plant dicht grijsviltig; de onderste bladeren zijn dan afgestorven en de later gevormde bladeren hebben lancetvormige deelblaadjes.
De bloeiwijzen, die de plant haar Nederlandse naam hebben bezorgd, zijn vrij lang gesteeld en meer cilindervormig dan bij andere inheemse klaversoorten. Ze staan op lange stelen in de bladoksels en aan de top van de stengels. De witte tot roze kroon gaat grotendeels schuil onder de dichte beharing van de naaldvormige kelktanden.
De plant komt op droge, zandige plaatsen in geheel Europa voor en is op dergelijke plaatsen ook bij ons algemeen. Hazenpootje is een plant van zonnige, min of meer open plaatsen op zure, kalkarme, niet stuivende zandgrond. In de praktijk vertaald dit zich naar standplaatsen op bewerkte of verplaatste grond: in bermen, langs spoorwegen, op braakliggende akkers, opgespoten zandvlakten,...vaak in gezelschap van haar familieleden: Vogelpootje (Ornithopus perpusillus) en Gewone rolklaver (Lotus corniculatus) , alsmede Zandblauwtje (Jasione montana), Gewoon struisgras (Agrostis capillaris), schapezuring (Rumex acetosella), Biggenkruid (Hypochaeris sp.),...
Hazenpootje voelt zich ook zeer goed thuis op een groendak. Hazenpootjes zijn niet enkel heel mooi maar ook erg populair bij nectarzoekende bijen en vlinders. Het is zelfs de waardplant (de rups voedt zich met deze plant) van het Icarusblauwtje (Polyommatus icarus) , een mooi blauwkleurig dagvlindertje. Ook de larve van een soort snuitkever (Tychius polylineatus) leeft in grote gallen op deze plant. Je ziet het, een ideale soort voor op een natuurdak in de stad.
Hazenpootje en andere soorten klavers hebben trouwens de bijzondere eigenschap dat ze stikstof uit de lucht kunnen halen en omzetten in nitraat, wat een rechtstreekse voedingsbron is voor de planten. Hierdoor zijn ze in staat om in het relatief voedselarm groendaksubstraat te groeien en te bloeien.
Trifólium = van het Latijnse
- tri: drie
- folium: blad, omdat de bladen drietallig zijn.
arvénse = veld
photo credits: dustygedge.co.uk & waarnemingen.be
Gerelateerde blogberichten
Verschillende methodes voor het aanbrengen van vegetatie
Sedumstekken, pluggen of sedummatten?
Planten op daken ⎟ (k)Anjers
Anjersoorten - het geslacht Dianthus
Planten op daken ⎟ Knollen en bollen
Vroegbloeiers op een groendak.
10 leuke tuinkruiden voor op je (groen)dak
Voor iedereen zonder tuin, maar wel met een balkon, dakterras of daktuin.
Planten op daken ⎟ Slangenkruid
Slangenkruid (Echium vulgare) voelt zich thuis op elk natuurdak.
Planten op daken ⎟ Siergrassen
Siergrassen zijn helemaal in, ook op groendaken zorgen ze voor een speciale sfeer.